Mooie metropool achter de bergen!

26 april 2017 - Santiago, Chili

De busrit van Mendoza naar de Chileense hoofdstad Santiago is er een die op internetfora alom bewierookt wordt voor zijn schoonheid. En daar blijkt onderweg niets van gelogen. Al is het op bepaalde heikele punten (lees: haarspeldbochten) voor hoogtevreeslijders niet altijd aan te raden om uit het raam te kijken. De kans om er een diepe afgrond aan te treffen is dan ook meer dan gering. De toegangspoort tot Chili laat zich dan ook niet zomaar bereiken: de hoogtemeters die overwonnen moeten worden alsook de vele venijnige bochten maken dat het een zware, maar waanzinnig mooie rit door het Andesgebergte wordt.

Naar Zuid-Amerikaanse normen is Santiago een heuse metropool: wanneer je de voorsteden meetelt, woont zo’n 70% van de inwoners van Chili in of rondom de hoofdstad. De stad zelf is de thuisbasis van ongeveer 4 miljoen mensen, waarmee het zowaar zelfs een van de grootste steden van Zuid-Amerika is. Aangezien onze bus onderweg de nodige mankementen vertoonde - waardoor we 2 uur vaststonden op de pechstrook midden in een van de vele bergtunnels - en ook de nachtelijke grenscontrole nogal stroef verliep, is het reeds diep in de nacht wanneer ik in Santiago arriveer. Al is dat er niet echt aan te merken: de straten zijn al goed bevolkt; een combinatie van feestgangers op weg naar huis en de eerste kantoorlieden op weg naar hun werk. Wanneer de ochtendschemering niet veel later verdwenen is, is voor het eerst te merken hoe knap en divers de stad wel niet is.

Het loont dan ook zeker de moeite om de stad vanuit de hoogte te bekijken. Iets wat perfect mogelijk is vanop de Cerro San Cristobal en de Cerro Santa Lucia, twee heuvels waarop je een 360 graden-uitzicht hebt over Santiago en de pal ertegenaan liggende besneeuwde toppen van het Andesgebergte. Eenmaal boven doen ook een aantal orkestjes hun ding in de hoop wat geld los te krijgen van - zowel letterlijk als figuurlijk - in de wolken vertoevende toeristen. Al is het tijdens de beklimming naar boven onderweg wel vaak uitkijken geblazen om niet over de vele bustes van bekende en minder bekende Chilenen te struikelen. Wanneer de orkestjes even gestopt zijn met spelen, is het op de heuvel vooral een oase van rust in een bij wijlen hectisch Santiago.

Van op de heuveltop springt vooral het Palacio de la Moneda in het oog. Het immense gebouw doet dienst als presidentieel paleis en vormde ooit nog het toneel voor een bloederige rechtse militaire staatsgreep onder leiding van generaal Augusto Pinochet, waarbij toenmalig president Salvador Allende om het leven kwam; vermoedelijk door zelfmoord. Een groot deel van het Palacio de la Moneda ging toen ook in vlammen op. Al blijft er vandaag de dag nog steeds een bombastisch bouwwerk overeind.

Ook Villa Grimaldi, net buiten Santiago gelegen en door de geheime Chileense politie onder leiding van diezelfde Pinochet nog gebruikt als ondervragings-, maar toch vooral folterplek, is een overblijfsel van die gruwelijke periode uit de Chileense geschiedenis. Een intrigerend bezoek later, meld ik mij 's avonds weer aan in de binnenstad.

De volgende dag staat er gelukkig weer wat luchtiger op het programma: een bezoek aan de Cajón sel Maipo, een diep ingesneden vallei, die vanaf de zuidkant van Santiago tot diep in het Andesgebergte verderloopt, met bergen die uitnodigen tot het maken van wondermooie bergtochten. Aan het einde van het dal bevinden zich de Termas de Colina, warmwaterbronnen die een geneeskrachtige werking zouden hebben. Een ideale beloning na een lange, maar deugddoende wandeling door de bergen.

In het hostel waar ik dan al drie dagen verblijf, ben ik nog steeds de enigste gast die naam waardig. De tafels en stoelen zijn er gemaakt van wat houten palletten, hetgeen allicht wel wat reizigers zal weerhouden om er een verblijf te boeken. Ik vind het allemaal best ludiek. Dat de douches telkens weer garant staan voor welgeteld zeven seconden aan warm water en het ontbijt niet meer is dan wat gesneden fruit in een kom, vergezeld van een taai broodje, vind ik erger. Toch schrijf ik aan het eind van mijn verblijf een positieve recensie. De aanwezigheid van uitbaters William en Gerardo (een Laurel & Hardy-achtig duo) heeft daar alles mee te maken. Terwijl Gerardo klusjesman van dienst is, houdt William zich met de andere kant van de zaak bezig: opzichtig nietsdoen. Al blijkt hij dan weer wel over de nodige kookkunsten te beschikken: iets waar hij maar al te graag mee uitpakt en waar ook ik m'n voordeel mee doe: zo mag ik 's avonds gratis mee eten. Op voorwaarde wel dat ik beloof het hostel aan te prijzen bij vrienden die ook van plan zijn in de toekomst naar Santiago af te reizen. Over het maken van die belofte hoef ik niet bepaald lang na te denken. En zo krijg ik, net als Gerardo en nog wat Uruguayaanse vrienden die ondertussen ook zijn aangeschoven, eveneens een bordje Guizo (een soort stoofpot met aardappelen, vlees en linzen) voorgeschoteld. Wanneer eenieders bord leeg is, haalt William er nog wat wijn en een gitaar bij. Voor sfeer en gezellig krijgt het hostel in ieder geval al een dikke 10 van mij.

De volgende dag plan ik een bezoek aan Bellavista, een altijd bruisende wijk aan de andere kant van de Mapocho-rivier, die Santiago in tweeën verdeelt. Dat het er krioelt van de mensen moge duidelijk zijn. Onder hen ook een hoop straatartiesten waarvan vooral de jongeman op een eenwieler, simultaan jonglerend met zijn linkerhand en hoelahoepend met zijn rechterbeen, veel bekijks heeft. Maar ook schoenopblinkers, fruitverkopers en marktkramers die opvallend veel azuurblauwe Lapis Lazuli-edelstenen in de uitverkoop hebben staan, stelen hier de show. Eveneens in deze wijk te vinden is La Chascona, het voormalige huis/schrijfatelier van Nobelprijswinnaar Pablo Neruda. Het ommetje meer dan waard!

Wanneer ik terug in het hostel arriveer, is William zich alweer volop van zijn dagtaak aan het kwijten. Zachtjes langs de zetel stappend waarin hij, met wijd opengesperde mond ligt te slapen, trap ik per ongeluk op een van de houten planken die ooit allicht nog als stoel gefungeerd hebben. Het krakende geluid maakt dat Willy ineens klaarwakker is. Hij vraagt of ik ook zo'n honger heb en stelt voor om samen naar de supermarkt te gaan en een typisch Chileense maaltijd in elkaar te boksen. Dat typische gerecht blijkt uiteindelijk Milanesa te zullen worden: zeg maar de Zuid-Amerikaanse variant van onze kippenschnitzel. Na een uitgebreide kookinitiatie van chef-kok William kunnen we aan - nou, ja - tafel. Lekker is het wel! Dat de kat des huizes geregeld een augurk weghapt uit mijn bord, neem ik er met de glimlach bij.

Mijn bezoek aan Santiago sluit ik af op de Plaza de Armas, het centrale plein van de stad waarop onder meer het fiere standbeeld van Pedro de Valdivia (Santiago's stichter en de eerste gouverneur van Chili) prijkt. Het is er koppen loppen: menig Chileen zoekt er dan ook verkoeling tussen de wuivende palmbomen. Al biedt de prachtige, reusachtige Catedral Metropolitana de Santiago, die eveneens staat te blinken op het plein, best ook wel wat schaduw aan.

Na alweer een geanimeerde avond/nacht in het hostel reis ik de volgende dag door naar het meer zuidelijk gelegen, avontuurlijke plaatsje Pucón, alwaar ik een afspraak met mijn bucket list heb!

Foto’s

1 Reactie

  1. Danny Loodts:
    11 juni 2017
    Weer interessant !
    Groeten uit 7donk.
    Danny & Rit