In de Ban van de UFO

11 april 2017 - Córdoba, Argentinië

'Ochtendstond heeft goud in de mond' wordt wel eens gezegd: dat ligt de ochtend van mijn vertrek uit Ybycuí toch wel wat anders: er kondigt zich immers een lange busrit aan met als volgende bestemming Córdoba, een plek in het hart van Argentinië. Dat het zijn naam deelt met een stad uit het Spaanse Andalousië is te wijten aan het feit dat de stichter, een zekere Jerónimo Luis de Cabrera, het vernoemde naar de stad Córdoba in Spanje.

Maar eerst dus nog de (Paraguayaanse) grens over; iedere keer weer een hele belevenis. Dat is ook deze keer niet anders. De koffiezetapparaten-, bezemstelen- en zomerhemdenverkopers zijn weer van de partij om de al bijzonder stroef en wanordelijk georganiseerde grenscontrole nog wat meer in het honderd te doen lopen. Iets waar ze aardig in slagen. Wanneer het aan mij is om mijn paspoort en consoorten te tonen, zie ik het koppel voor mij ook nog eens een aantal geldbriefjes bij hun reisdocumenten stoppen. De douanebeambte neemt het cadeau op zijn beurt in dank aan. Een nonchalant gezet stempeltje en de toegang tot Argentinië kunnen er nu wel van af. Wanneer hij bij mijn paspoort geen geld aantreft, verloopt de stempeltoekenning net iets minder vlot. Maar gelukkig krijg ik het kleinood uiteindelijk ook zonder al te veel moeite.

Wanneer ik enkele dagen later op hostel kennismaak met mijn stapelbedgenoot Nick, a typical American, komt het onderwerp 'grenscontrole' toevallig nog eens ter sprake. Blijkt dat ik er die bewuste namiddag echt wel goedkoop ben van afgekomen. Nick beweert namelijk na zijn douanebezoek 80 dollar lichter te zijn gemaakt. Volgens hem omdat de VS een even oneerlijk grensbeleid voert wanneer Zuid-Amerikanen in het land van Trump op bezoek wensen te komen. Ik prijs mezelf dan ook gelukkig in een land te wonen dat wereldwijd niet zo'n wraakoproepend gedrag oproept. Of het moet zijn dat de grenscontroleur gewoonweg nog nooit van België afgehoord had, natuurlijk..

Córdoba valt wat te vergelijken met het Leuven van bij ons: centrale ligging, een lange geschiedenis met zich meedragend (de stad, gesticht in in 1573, werd was een van de eerste Spaanse koloniale hoofdsteden in Argentinië na Buenos Aires (1536) en Santiago del Estero (1553)) en dé universiteitsstad bij uitstek in Argentinië. Dat je er 's avonds bijna uitsluitend jonge mensen over de gezellige straten ziet paraderen, is daar een logisch gevolg van. Vooral aan de Paseo del Buen Pastor, het culturele, commerciële en recreatieve centrum van Córdoba, is het drummen om nog een plek in de zon te vinden op het aangrenzende binnenplein.

Ook de kleurrijk versierde kroegen lijken hier veelal afgeladen vol te zitten. Mocht er, op bruisende hoofdstad Buenos Aires na, ergens een plek zijn om het Argentijnse nachtleven ten volle te beleven, dan hier wel. Dat het hostel waar ik verblijf over een dakterras beschikt en een welkomstdrank naar keuze aanbiedt, zijn alvast mooi meegenomen. Al mag die , 'naar keuze' met een grove korrel zout genomen worden aangezien ik wel heel hard gepusht word om de Fernet Branca eens uit te proberen, een kruidenlikeur die veel weg heeft van Jägermeister en die over het hele land gedronken wordt, maar toch vooral populair is in Córdoba, dat er maar wat graag mee pronkt.

Eveneens op het dakterras te vinden is Ricardo, een 32-jarige Mexicaan op doorreis doorheen Zuid-Amerika, maar nu toch al een kleine maand gestationeerd in Córdoba. Met de openbaring dat hij meer het type 'slow traveller' is, trapt hij dan ook een open deur in. Al is hij op dat tempo voor het eerst nog niet terug in Mexico, natuurlijk. Veel lijkt het hem in ieder geval niet te deren. Enkele dagen in de week houdt hij zelfs het hostel mee draaiende. Wat mij doet besluiten dat hij ook de komende maand nog wel in Córdoba te vinden zal zijn. Maar vandaag en morgen is Ricardo vrij te gaan en staan waar hij wil. Het maakt dat ik ineens een compagnon heb gevonden om er 's avonds mee op uit te trekken in deze bruisende stad.

Wat me opvalt tijdens onze wandeling richting binnenstad zijn de vele, uit allerlei materiaal opgetrokken dranktenten, voorzien van wat in zeven haasten in elkaar geknutselde tafels en stoelen. Middenin is dan wat plek gelaten om de dansers van de Quilmes-drinkers (tot dusver mijn favoriete bier hier in Argentinië) van elkaar te onderscheiden. Aan de wanden zijn meestal nog wat videoschermen gehangen om, naast de vele zwoele beats die al door de boxen gallen, het geheel nog wat meer op te zwepen. Het wordt een lange nacht waarbij ik m'n bescheiden mondje Spaans vaak ga moeten aanspreken. En dan moet de dag nafien Feria Guëmes nog plaatsvinden. Een naam waar ik tot dan toe nog niet van gehoord heb, maar dat zal vlug veranderen..

Guëmes is één van de kleurrijkere wijken in Córdoba en de thuishaven van vele kunstenaars en andere creatievelingen. Eens om de zoveel tijd vindt er een Feria plaats, een groots opgezette feesthoogmis waarbij zowel jong als oud de straat opkomen. Althans, zo benadrukt Ricardo, en hij voegt er nog aan toe dat het een onvergetelijke ervaring is om eens mee te maken. En of hij gelijk krijgt! Het feest begint in de late namiddag met een markt waarbij de bezoekers hun artisanale talenten aan elkaar kunnen tonen en eindigt in een waar volksfeest met spontane optredens op iedere hoek van de straat. De vele volkse figuren dansen en drinken zich een weg tot diep in de nacht. Zeker en vast de moeite om dit schouwspel eens van op de voorste rijen te mogen ervaren.

Na een veel te korte nacht stap ik de dag nadien wat rond in de ondertussen uitgefeeste stad. Het smalste gebouw van Zuid-Amerika en een zalmroze kerk kom ik op mijn weg tegen en zijn het bekijken meer dan waard. Bovendien zijn er in Córdoba nog vele historische monumenten terug te vinden die herinneren aan diens koloniale tijd. Het eeuwenoude en goed overeind gebleven Jezuïetenkwartier is daar een mooi voorbeeld van. En ook de Universidad Nacional de Córdoba, de oudste universiteit van Zuid-Amerika, is een overblijfsel van de jezuïeten die deze in 1613 stichtten.

Al is het ook altijd fijn om de grootstad even te ontvluchten. Op enkele uren rijden in noordwaartse richting bevinden zich immers de Sierras de Córdoba, een lang uitgestrekte bergketen die zich grofweg situeert tussen de Argentijnse pampa's (duizenden kilometers aan vruchtbare grasvlaktes) in het zuiden, het Andesgebergte in het westen en de Gran Chaco (bosrijke vlakte in Paraguay, Bolivia en Argentinië en meermaals bron van bloederige twisten tussen deze landen) in het noorden. Opvallend is dat de Sierras reeds gevormd werden in het Paleozoïcum (een kleine 500 miljoen jaar geleden). Er huizen dan ook heel wat vulkanen die in de loop van de geschiedenis ettelijke malen hun gal (lees: magma) gespuwd hebben en zo verantwoordelijk zijn voor de vele valleien, kraters en zoutmeren die het gebied rijk is.

Eén van de hoogste bergtoppen aldaar is de Cerro Uritorco. En laat dat nu net degene zijn die ik heb uitgepikt om te beklimmen.
Als uitvalsbasis voor mijn tocht heb ik gekozen voor Capilla del Monte, een klein en ogenschijnlijk rustig dorpje, gelegen aan de voet van de bergtop. Al is schijn soms erg bedrieglijk. Want hoe langer ik in het dorp verblijf, hoe meer van haar geheimen er komen bovendrijven..

Wanneer ik, eenmaal toegekomen in het gezellig ogende herbergje waar ik de komende nachten zal doorbrengen, mijn plannen uit de doeken doe om de Cerro Uritorco te trotseren, krijg ik de raad mee om zeker in alle vroegte aan mijn tocht te beginnen. Wanneer de avond is aangebroken en het begint te schemeren over bergtop en vallei, zou het hele gebied namelijk in handen vallen van aliens en ander buitenaards gespuis. Aan het woord is herbergier José, en hij lijkt het nog te menen, ook.

Later op de dag, tijdens een wandeling doorheen het dorpje, bots ik dan ook op heel wat plastieke marsmannetjes. Het hele dorp blijkt echt wel in de Ban van de UFO. En ook de merchandising kan natuurlijk niet achterblijven. Dat ik even later een alien-museum passeer, hoeft dan al zelfs niet langer te verbazen.
Het museum pakt uit met foto's van vliegende schotels, circulerend boven de Cerro Uritorco. Een mens zou er zowaar nog in gaan geloven ook. Zeker omdat een aantal van 's werelds meest gerenommeerde - al voelt die term wat raar aan in deze materie - UFO-jagers hier al op bezoek waren, speurend naar enige vorm van buitenaards bestaan.
Verder kom ik nog te weten dat de berg in 2012 een tijdlang afgesloten is geweest voor bezoekers nadat was uitgelekt dat er zich in de nacht van 21 december een massale, collectieve zelfmoordactie zou plaatsvinden. Honderden mensen hadden toen ingetekend om zich in groep van de berg te werpen. En dat allemaal omdat die malle Maya's hun kalender afliep op 21 december 2012 en dat het einde zou betekenen van het tijdperk 'Aarde'. Er staat mij dus nog wel wat te wachten, daar op die berg.

De wijze raad van herbergier José indachtig, begin ik de nag nadien aan de klim richting top van de Uritorco-berg. Maar niet zonder eerst nog op een komisch standje getrakteerd te worden door Josés moeder, een dame van een eind in de tachtig en zo hardhorig als wat. Dat moge blijken wanneer ze mij tot drie keer toe vraagt of ik graag koffie of thee bij mijn ontbijt heb. Wanneer ik even vaak antwoord dat ik al ontbeten heb en op het punt sta te vertrekken, dringt dat helaas nog niet helemaal door, aangezien ik nog de vraag krijg suiker of melk bij mijn koffie te willen. Een kordaat hoofdschuddende 'nee' blijkt gelukkig iets effectiever van aard. Alle goede bedoelingen van het vrouwtje ten spijt. En zo kan ik na een kleine tien minuten van fijn 'oponthoud' toch aan mijn tocht beginnen.

Na een kilometer of drie merk ik echter op dat er zich een hond in mijn spoor heeft genesteld. Hoe lang de viervoeter al achter mij aan heeft getrippeld, weet ik niet, maar hij lijkt niet van plan om van mijn zijde te wijken. Meer zelfs: Wanneer het echte werk begint en de steiltegraad van de berg de hoogte ingaat, geeft hij steevast het tempo aan.

Hoe hoger we klimmen, hoe adembenemender het uitzicht. Vooral in de Vallei der Geesten - daar heb je het weer - heb ik een kilometers ver uitzicht over de lager gelegen bergtoppen. Al wordt het reliëf van dan af een stuk rotsachtiger en het klimpad een pak robuuster. Ook de zon geeft vandaag meer dan present, wat maakt dat het nog stevig zweten wordt tijdens de laatste kilometers. De vele veelkleurige vogels die al fladderend mijn pad kruisen zorgen gelukkig voor de nodige afleiding. Van mijn, achteraf bekeken, toch niet zo trouwe viervoeter is er op dat moment al even geen sprake meer. De vele rotsen hebben hem wellicht doen beslissen om veiligheidshalve toch maar rechtsomkeer te maken.

Uitgeput maar voldaan bereik ik uiteindelijk toch de top en zijn daaraan verbonden prachtige uitzicht. Er hangt een stilte die oorverdovend aangenaam is en enkel onderbroken wordt door het gekrijs van een handvol condors, op machtige wijze in een cirkel rond de, stilaan met wolken verpakte bergtop zwevend. Van vliegende schotels of ander extra-terrestrieel gepeupel echter geen spoor.

Foto’s

8 Reacties

  1. Mama:
    28 april 2017
    fantastisch verhaal en foto's, ben blij dat we mee kunnen genieten van dit avontuur.
    groetjes mama
  2. Jan en Lieve:
    29 april 2017
    Mooi Tim, stond Laura te amo... reeds op die rotsen??
    groetjes en nog veel leuke ontdekkingen en ontmoetingen gewenst!

    Tante Lieve en nonkel Jan
  3. Hildegarde:
    29 april 2017
    Hoi Tim, allereerst wat zie je er goed uit! (dat mag ik wel zeggen hé!)
    Wederom een sterk verhaal en prachtige foto's. Doe zo voort en blijf genieten van zoveel unieks!
    Groetjes, tante Hildegarde
  4. Danny Loodts:
    1 mei 2017
    Weer een kwartierke interessant leesplezier gehad !
    Groeten uit 7donk.
  5. Romy Sneyers:
    1 mei 2017
    Hoooooow joh! Zalig geschreven :)
  6. Steen:
    4 mei 2017
    Mooi geschreven!
  7. Griet en Fonne:
    6 mei 2017
    Jammer dat we hier te oud voor zijn, het ziet er fantastisch uit.
    Geniet verder, groetjes en tot ziens op je blog
  8. Koenraad:
    8 mei 2017
    Mooi verhaal, dringend tijd voor een vervolg.